Rob Jetten staat voor de taak het verdeelde land weer bij elkaar te brengen
Difficulty: Hard    Uploaded: 1 week, 1 day ago by markvanroode     Last Activity: an hour ago
7% Upvoted
29% Translated but not Upvoted
88 Units
36% Translated
7% Upvoted

Rob Jetten faces the task of uniting the divided country. And he might just succeed.

The battle with the market traders of narrow self-interest who threaten our democratic constitutional state is not yet decided, but political commentator Hans Goslinga does see a new democratic energy emerging in the middle.

By Hans Goslinga, Trouw, October 31, 2025.

Photo 1 - Party leader Rob Jetten at the D66 congress at the Brabanthallen in 's-Hertogenbosch on October 4th. In the background is a historical photo of party leaders Jan Terlouw, Els Borst, Hans van Mierlo, and Thom de Graaf. Source: ANP/Branko de Lang.

At the first meeting of the Alkmaar branch of D66, on April 27, 1967, members suspended their deliberations to drink an orange bitter to commemorate the birth of Willem-Alexander. At the second meeting, held at the chairman's home in a modern suburb of the city, the small group rallied behind the idea of ​​replacing the city's gray garbage cans with bright green ones.

Would you like to receive Trouw's Politics & Democracy newsletter every week by email?

So I wasn't surprised that D66 leader Rob Jetten, however overwhelming and audacious it may have seemed, flew the Dutch flag at his party's election congress, while presenting himself with a fresh perspective and "a positive story" as a connector, the "logical bridge between the different camps."

My memories of the early days of the new party are still vivid, because I was there out of curiosity and, to my surprise, found nothing of the Kennedy-esque entrance with which Hans van Mierlo had made his ascent onto the political stage of our country. In February 1967, he broke into the coalition system he despised with seven seats and, grinning and with a beer in hand, made the front page of The New York Times.

Photo 2 - An elated D66 leader Hans van Mierlo celebrates his young party's spectacular victory in the House of Representatives elections of February 15, 1967. Source Photo ANP.

Looking back, one thing was clear: the republican spirit the party had unleashed with an American-style democracy quickly became connected to the practicalities of the day. At its core, D66, dismissed by the ruling class as un-Dutch, was as Dutch as can be, not directly pro-Orange, but not unsympathetic to the monarchy, and filled with an optimistic pragmatism based on reason and fairness.

Not so much exploded, but shattered.

After sixty years, the conclusion can be this: Van Mierlo wanted to explode the coalition system, which he saw as opaque and rigid, while Jetten, as a candidate for prime minister, now faces the task of revitalizing the system, which has not so much exploded as fragmented, and of bringing the divided country back together somewhat. A bit like the American model, under the national flag in a society driven more by fashion and marketing than ideology. That seems so, but is it really?

More than his political ancestors, Jetten is aware that in politics, gut feeling, irrationality, also plays a role. For longer than D66 would have liked, the Netherlands has been known as a country where institutions such as churches, political parties and the media were deeply entrenched. Although depillarisation began in the 1960s, the old connections were not easily abandoned.

Thus, the CDA remained attractive to "marginal churchgoers" in the 1980s, and Christian Democrats even dreamed of a "reverse breakthrough." The Christian parties didn't necessarily have to die in each other's arms; perhaps life was dawning in a secularizing Netherlands based on the values ​​that had weathered the storm of cultural shifts.

‘All kinds of charlatans’ quickly gain the advantage.

Van Mierlo underestimated the deep roots of the traditional parties, which differed so much from America, where greater mobility and the pioneering spirit have always made ties to churches and congregations more fleeting. These elections seem to confirm a trend in this direction: the depillarized Netherlands has become Americanized, with an extremely mobile electorate and increased sensitivity to snake oil salesmen.

The French nobleman Alexis de Tocqueville, who traveled with wide-eyed enthusiasm through the young American republic, wrote in 1835: ‘The people have no time to meddle in affairs of state. It must always make hasty decisions and clings to what is most conspicuous. He attributed this to the fact that ‘all kinds of charlatans’ quickly gain an advantage. Zij kennen het geheim om het volk te paaien, ‘terwijl de echte vrienden van het volk daar meestal niet in slagen’. Frans Timmermans, die op de verkiezingsavond terugtrad na het zetelverlies van GroenLinks-PvdA, kan er enige troost aan ontlenen.

De Leidse rechtsfilosoof Geerten Boogaard, een christendemocraat, noteerde na de verkiezingsdag op een van de sociale media dat deze verkiezingen misschien wel meer dan ooit over politieke stijl gingen. Wie zich ideologisch bewoog, kwam prompt in de problemen. ‘Dat bleek wel het meest’, schreef hij sarcastisch, ‘toen Henri Bontenbal werd ontmaskerd als een CDA’er’. De nieuwe hoop van de christendemocratie maakte een duikeling in de peilingen en verloor het Torentje uit het zicht, toen hij zich ongelukkig uitliet over de spanning die kan ontstaan tussen de vrijheid van onderwijs en de kwetsbare positie van een homoseksuele leerling op een streng-reformatorische school.

Quote: De populariteit van de stoplap dat ‘de politiek moet leveren’ zegt alles.

Is dan nu echt het ideologieloze tijdperk aangebroken dat Van Mierlo zestig jaar terug al voor zich zag? Dat zou kunnen betekenen dat de democratie geheel en al raakt overgeleverd aan de wanen van het moment. Dat hoeft niet. Hoewel sceptisch, onderkende Tocqueville dat in tijden van nood of groot gevaar ‘alle zielen zich kunnen verheffen’ om een hoger doel te bereiken. Daarmee viel hij terug op een oude gedachte, uitgesproken in 431 v. Chr. door de Atheense staatsman Perikles in zijn grafrede voor de gesneuvelde soldaten in de oorlog tegen het totalitaire Sparta.

De rede, onder de titel Voor de democratie met een scherp gevoel voor het momentum opnieuw in omloop gebracht door de politieke-cultuurcriticus Bas Heijne, laat zich lezen als een gisteren geschreven lofrede op de democratische waarden van vrijheid, gelijke rechten en waarheid. Een van de kerngedachten is dat als je vrijheid geniet, je bereid moet zijn die vrijheid aan anderen of aan de samenleving terug te geven, in de vorm van wederkerige diensten, zoals een militaire of maatschappelijke dienstplicht. Maar ook, voeg ik eraan toe, in de vorm van tolerantie als de natuurlijke tegenhanger van de oer-Hollandse vrijheidszin.

Het principe van wederkerigheid was, dwars door stijlfiguren en retoriek heen, herkenbaar in de campagnes van Jetten en Bontenbal. Daarmee braken zij met de tendens de politiek als een bedrijf te zien, de burgers als klanten en de parlementaire arena als marktplaats. De populariteit van de stoplap dat ‘de politiek moet leveren’ zegt alles over die tendens, die haaks staat op het idee van de democratie als politieke gemeenschap waarin de overheid er is voor de burgers en iets van de burgers mag verwachten, zeker als er gevaar dreigt.

Al bijna een kwarteeuw een inwaartse blik.

In dit perspectief ontbrak in de campagne de internationale dimensie. Je moet vanzelfsprekend over huis en haard spreken, maar er loopt een rechte lijn tussen de keukentafel en de toestand in de wereld, vooral de wankelende Atlantische orde, die meer dan tachtig jaar vrijheid en rechten heeft beschermd, en niet te vergeten welvaart en veiligheid. De fixatie op de prijs van de boodschappen zegt iets over de inwaartse blik die het politieke opinieklimaat al bijna een kwarteeuw beheerst en waarin internationaal georiënteerde figuren als Kaag en Timmermans hun draai niet meer konden vinden.

De socioloog Ernest Zahn, een Boheemse Tsjech die in de jaren zeventig en tachtig in Nederland doceerde, schreef in zijn boek Regenten, rebellen en reformatoren over ons land: ‘De kleine kring is maatgevend, niet het grote kader’. Zijn voorbeeld: ‘De jaarlijkse intocht van Sinterklaas is belangrijker dan welk staatsbezoek ook’. Na de oorlog leek het vanzelfsprekend dat Nederland, dat voordien de neutraliteit koesterde, de grote kaders (Navo, Europese Gemeenschap) opzocht, juist met het doel huis en haard te beschermen. Maar de noodzaak daarvan, de borging van het nationale belang in internationale verbanden is vervaagd.

Foto 3 - Rob Jetten (D66) op de uitslagenavond van D66 in Leiden. Bron Foto ANP / Bart Maat.

In dat perspectief laat de verkiezingsuitslag met een comeback van de middenpartijen D66 en CDA een correctie zien op het beeld dat de natie de laatste twee jaar aan de buitenwereld heeft laten zien. D66 heroverde de nationale driekleur uit de klauwen van een eng nationalisme. Het CDA ijverde voor terugkeer van het fatsoen, niet als metafoor van kleinburgerlijkheid, maar juist als antwoord op al het onfatsoen dat in het publieke en politieke debat is binnengeslopen in de vorm van nepnieuws, leugens en misleiding. Het wapen van Bontenbal: het eerlijke verhaal. De politieke kracht schuilt in het pakken van het initiatief: wij zijn de tijden, Europa is niet een bureaucratisch monster in Brussel, wij zijn Europa.

Een nieuwe liefde voor de democratie als idee om voor te vechten.

De strijd met de marktkramers van het enge eigenbelang die onze democratische rechtsstaat bedreigen is nog niet beslist, maar heeft in het midden nieuwe energie losgemaakt. In de afgelopen kwart eeuw zat de politieke energie op de rechterflank en ontbrak het zowel op links als in het midden aan een krachtig weerwoord, wat leidde tot een fataal meebewegen met de ‘boze burger’. Jetten en Bontenbal hebben de ziel van hun partijen hervonden en konden daardoor in de geest van Perikles terugslaan: ‘Vrijheid is het zekere bezit van hen die de moed hebben haar te verdedigen’. Niet voor niets heeft Heijne het citaat op de omslag van zijn boek gezet.

Het is dus niet louter het vertoon van schone schijn dat in de verkiezingen prevaleerde, er is ook een nieuwe liefde geboren voor de democratie als idee om voor te vechten.

Zonder oprechte overtuiging daarachter zouden Jetten en Bontenbal het vertrouwen niet hebben herwonnen. Nu komt het aan op hun schranderheid het veroverde politieke kapitaal effectief in te zetten en nieuwe kracht- en denklijnen te ontwikkelen. Een beetje machiavellisme in de ideale schoonzonen kan geen kwaad, politiek is een hard bedrijf en vraagt geslepenheid, naast wijze omzichtigheid en het vermogen tijd en omstandigheden ten goede aan te wenden.

Een beetje machiavellisme zal in de formatie nodig zijn.

Dat zal in de kabinetsformatie nodig zijn om de VVD, de partij van het platte eigenbelang, in beweging te krijgen. De kiezers hebben de kaarten zo verdeeld dat voor deze partij een sleutelrol is weggelegd wil je een kabinet vormen dat op een parlementaire meerderheid steunt. De partij leek lang immuun voor de dynamiek die het populisme teweeg heeft gebracht, maar is net als eerder het CDA en de PvdA de eigen ziel een beetje kwijtgeraakt. Meer dan het begin van kritisch zelfonderzoek verraadde de verkiezingsslogan ‘Toch maar weer VVD’ de armetierige toestand waarin de partij ideologisch verkeert.

Op een dieper niveau kan het een probleem zijn dat de VVD de overheid vooral is gaan zien als een instrument om de markt te faciliteren en veel minder als hoeder van publieke belangen. Het lijkt erop dat VVD en D66 als loten aan de oude liberale stam uit elkaar groeien, zeker nu Jetten meer oog heeft voor de behoefte van het vrije individu ‘ergens bij te horen’. Met zijn pleidooi voor gemeenschapszin sluit hij in wezen aan bij de visie van de Franse politiek denker Claude Lefort, die meende dat de maatschappelijke integratie van essentiële betekenis is voor een democratische samenleving. Burgers moeten een verbinding voelen tussen hun privébelang en het publieke belang.

De nationale vlag dekt deze lading in onze dagen net zozeer als de Europese vlag. De democratie als politieke gemeenschap, waarmee ieder zich verbonden voelt. Perikles zou glimlachen in zijn graf en ik heb gisterochtend, voordat ik aan dit stuk begon, met een iets ander gevoel mijn frisgroene vuilnisemmer aan de straat gezet.

https://www.trouw.nl/politiek/rob-jetten-staat-voor-de-taak-het-verdeelde-land-weer-bij-elkaar-te-brengen-en-dat-kan-nog-lukken-ook~bdd06164/
unit 1
Rob Jetten staat voor de taak het verdeelde land weer bij elkaar te brengen.
1 Translations, 1 Upvotes, Last Activity 1 day, 13 hours ago
unit 2
En dat kan nog lukken ook.
1 Translations, 1 Upvotes, Last Activity 1 day, 13 hours ago
unit 4
Door Hans Goslinga, Trouw, 31 oktober 2025.
1 Translations, 1 Upvotes, Last Activity 1 day, 13 hours ago
unit 7
Bron ANP / Branko de Lang.
1 Translations, 1 Upvotes, Last Activity 1 day, 13 hours ago
unit 10
Wilt u elke week de Politiek&Democratie nieuwsbrief van Trouw ontvangen via e-mail?
1 Translations, 0 Upvotes, Last Activity 6 days, 23 hours ago
unit 15
Bron Foto ANP.
1 Translations, 0 Upvotes, Last Activity 2 days, 1 hour ago
unit 18
Niet zozeer ontploft, wel versplinterd.
1 Translations, 0 Upvotes, Last Activity 1 day, 20 hours ago
unit 21
Dat lijkt zo, maar is het ook zo?
1 Translations, 0 Upvotes, Last Activity 1 day, 20 hours ago
unit 27
‘Allerhande charlatans’ zijn al gauw in het voordeel’.
1 Translations, 0 Upvotes, Last Activity an hour ago
unit 32
unit 36
Wie zich ideologisch bewoog, kwam prompt in de problemen.
0 Translations, 0 Upvotes, Last Activity None
unit 42
Dat hoeft niet.
0 Translations, 0 Upvotes, Last Activity None
unit 44
Daarmee viel hij terug op een oude gedachte, uitgesproken in 431 v. Chr.
0 Translations, 0 Upvotes, Last Activity None
unit 52
Al bijna een kwarteeuw een inwaartse blik.
0 Translations, 0 Upvotes, Last Activity None
unit 53
In dit perspectief ontbrak in de campagne de internationale dimensie.
0 Translations, 0 Upvotes, Last Activity None
unit 60
Foto 3 - Rob Jetten (D66) op de uitslagenavond van D66 in Leiden.
0 Translations, 0 Upvotes, Last Activity None
unit 61
Bron Foto ANP / Bart Maat.
0 Translations, 0 Upvotes, Last Activity None
unit 65
Het wapen van Bontenbal: het eerlijke verhaal.
0 Translations, 0 Upvotes, Last Activity None
unit 67
Een nieuwe liefde voor de democratie als idee om voor te vechten.
0 Translations, 0 Upvotes, Last Activity None
unit 71
unit 76
Een beetje machiavellisme zal in de formatie nodig zijn.
0 Translations, 0 Upvotes, Last Activity None
unit 86

Rob Jetten staat voor de taak het verdeelde land weer bij elkaar te brengen. En dat kan nog lukken ook.

De strijd met de marktkramers van het enge eigenbelang die onze democratische rechtsstaat bedreigen is nog niet beslist, maar politiek commentator Hans Goslinga ziet wel dat er in het midden een nieuw democratisch elan ontstaat.

Door Hans Goslinga, Trouw, 31 oktober 2025.

Foto 1 - Partijleider Rob Jetten tijdens het congres van D66 in de Brabanthallen op 4 oktober in Den Bosch. Op de achtergrond een historische foto van partijprominenten Jan Terlouw, Els Borst, Hans van Mierlo en Thom de Graaf. Bron ANP / Branko de Lang.

Op de eerste vergadering van de afdeling Alkmaar van D66, op 27 april 1967, schorsten de leden hun beraadslagingen om een oranjebitter te drinken op de geboorte van Willem-Alexander. Op de tweede vergadering, thuis bij de voorzitter in een moderne buitenwijk van de stad, schaarde het nog kleine gezelschap zich achter het idee de grijze vuilnisemmers van de gemeente te vervangen door frisgroene exemplaren.

Wilt u elke week de Politiek&Democratie nieuwsbrief van Trouw ontvangen via e-mail?

Het verbaasde mij dus niet dat D66-aanvoerder Rob Jetten op het verkiezingscongres van zijn partij, hoe overrompelend en vermetel het ook overkwam, de Nederlandse vlag liet wapperen, terwijl hij zich met een frisse blik en ‘een positief verhaal’ presenteerde als verbinder, de ‘logische brug tussen de verschillende kampen’.

Mijn herinneringen aan de begindagen van de nieuwe partij zijn nog scherp, omdat ik er uit nieuwsgierigheid bij was en tot mijn bevreemding niets terugvond van de Kennedy-achtige entree waarmee Hans van Mierlo zijn opkomst op het politieke toneel van ons land had gemaakt. In februari 1967 brak hij met zeven zetels in het door hem verfoeide coalitiebestel in en haalde daarmee, grijnzend en met een biertje in de hand, de voorpagina van The New York Times.

Foto 2 - Een uitgelaten D’66-leider Hans van Mierlo viert de spectaculaire overwinning van zijn jonge partij bij de Tweede-Kamerverkiezingen van 15 februari 1967. Bron Foto ANP.

Terugblikkend was één ding wel duidelijk: de republikeinse geest die de partij met een democratie naar Amerikaans model had losgemaakt, werd al snel verbonden met de praktische dingen van de dag. In de grond was D66, door de zittende macht als on-Nederlands aangeduid, zo Hollands als wat, niet direct Oranjegezind, maar de monarchie niet ongenegen, en vervuld van een optimistisch pragmatisme dat steunde op rede en redelijkheid.

Niet zozeer ontploft, wel versplinterd.

De conclusie kan na zestig jaar deze zijn: Van Mierlo wilde het coalitiebestel, in zijn ogen ondoorzichtig en verstard, tot ontploffing brengen, Jetten staat nu als kandidaat-premier voor de taak het niet zozeer ontplofte als wel versplinterde bestel opnieuw werkzaam te maken en het verdeelde land weer een beetje bij elkaar te brengen. Een tikje naar Amerikaans model, onder de nationale vlag in een samenleving die meer door de mode en marketing dan door ideologie wordt gedreven. Dat lijkt zo, maar is het ook zo?

Meer dan zijn politieke voorouders is Jetten zich ervan bewust dat in de politiek ook de onderbuik, de irratio, een rol speelt. Langer dan D66 lief was heeft Nederland zich laten kennen als een land waar de instituties als kerken, politieke partijen en media diep verankerd waren. De ontzuiling zette zich in de jaren zestig weliswaar in, maar de oude verbindingen lieten niet zomaar los.

Zo bleef het CDA in de jaren tachtig aantrekkelijk voor ‘randkerkelijken’ en droomden christendemocraten zelfs over een ‘omgekeerde doorbraak’. De christelijke partijen hoefden helemaal niet in elkaars armen te sterven, er daagde misschien wel leven in een seculariserend Nederland op basis van de waarden die de storm van de culturele kantelingen hadden doorstaan.

‘Allerhande charlatans’ zijn al gauw in het voordeel’.

Van Mierlo verkeek zich op de diepe verankering van de traditionele partijen, die zo sterk verschilde van Amerika, waar door de grotere mobiliteit en de pioniersgeest bindingen aan kerken en congregaties altijd vluchtiger zijn geweest. Deze verkiezingen lijken een bevestiging van een trend in deze richting: het ontzuilde Nederland is veramerikaniseerd met een uiterst beweeglijk electoraat en een toegenomen gevoeligheid voor de verkopers van slangenolie.

De Franse edelman Alexis de Tocqueville die met grote ogen in de jonge Amerikaanse republiek rondreisde, schreef in 1835: ‘Het volk heeft geen tijd zich in staatszaken te verdiepen. Het moet altijd haastig beslissen en klampt zich vast aan wat het meest in het oog loopt’. Daaraan schreef hij toe dat ‘allerhande charlatans’ al gauw in het voordeel zijn. Zij kennen het geheim om het volk te paaien, ‘terwijl de echte vrienden van het volk daar meestal niet in slagen’. Frans Timmermans, die op de verkiezingsavond terugtrad na het zetelverlies van GroenLinks-PvdA, kan er enige troost aan ontlenen.

De Leidse rechtsfilosoof Geerten Boogaard, een christendemocraat, noteerde na de verkiezingsdag op een van de sociale media dat deze verkiezingen misschien wel meer dan ooit over politieke stijl gingen. Wie zich ideologisch bewoog, kwam prompt in de problemen. ‘Dat bleek wel het meest’, schreef hij sarcastisch, ‘toen Henri Bontenbal werd ontmaskerd als een CDA’er’. De nieuwe hoop van de christendemocratie maakte een duikeling in de peilingen en verloor het Torentje uit het zicht, toen hij zich ongelukkig uitliet over de spanning die kan ontstaan tussen de vrijheid van onderwijs en de kwetsbare positie van een homoseksuele leerling op een streng-reformatorische school.

Quote: De populariteit van de stoplap dat ‘de politiek moet leveren’ zegt alles.

Is dan nu echt het ideologieloze tijdperk aangebroken dat Van Mierlo zestig jaar terug al voor zich zag? Dat zou kunnen betekenen dat de democratie geheel en al raakt overgeleverd aan de wanen van het moment. Dat hoeft niet. Hoewel sceptisch, onderkende Tocqueville dat in tijden van nood of groot gevaar ‘alle zielen zich kunnen verheffen’ om een hoger doel te bereiken. Daarmee viel hij terug op een oude gedachte, uitgesproken in 431 v. Chr. door de Atheense staatsman Perikles in zijn grafrede voor de gesneuvelde soldaten in de oorlog tegen het totalitaire Sparta.

De rede, onder de titel Voor de democratie met een scherp gevoel voor het momentum opnieuw in omloop gebracht door de politieke-cultuurcriticus Bas Heijne, laat zich lezen als een gisteren geschreven lofrede op de democratische waarden van vrijheid, gelijke rechten en waarheid. Een van de kerngedachten is dat als je vrijheid geniet, je bereid moet zijn die vrijheid aan anderen of aan de samenleving terug te geven, in de vorm van wederkerige diensten, zoals een militaire of maatschappelijke dienstplicht. Maar ook, voeg ik eraan toe, in de vorm van tolerantie als de natuurlijke tegenhanger van de oer-Hollandse vrijheidszin.

Het principe van wederkerigheid was, dwars door stijlfiguren en retoriek heen, herkenbaar in de campagnes van Jetten en Bontenbal. Daarmee braken zij met de tendens de politiek als een bedrijf te zien, de burgers als klanten en de parlementaire arena als marktplaats. De populariteit van de stoplap dat ‘de politiek moet leveren’ zegt alles over die tendens, die haaks staat op het idee van de democratie als politieke gemeenschap waarin de overheid er is voor de burgers en iets van de burgers mag verwachten, zeker als er gevaar dreigt.

Al bijna een kwarteeuw een inwaartse blik.

In dit perspectief ontbrak in de campagne de internationale dimensie. Je moet vanzelfsprekend over huis en haard spreken, maar er loopt een rechte lijn tussen de keukentafel en de toestand in de wereld, vooral de wankelende Atlantische orde, die meer dan tachtig jaar vrijheid en rechten heeft beschermd, en niet te vergeten welvaart en veiligheid. De fixatie op de prijs van de boodschappen zegt iets over de inwaartse blik die het politieke opinieklimaat al bijna een kwarteeuw beheerst en waarin internationaal georiënteerde figuren als Kaag en Timmermans hun draai niet meer konden vinden.

De socioloog Ernest Zahn, een Boheemse Tsjech die in de jaren zeventig en tachtig in Nederland doceerde, schreef in zijn boek Regenten, rebellen en reformatoren over ons land: ‘De kleine kring is maatgevend, niet het grote kader’. Zijn voorbeeld: ‘De jaarlijkse intocht van Sinterklaas is belangrijker dan welk staatsbezoek ook’. Na de oorlog leek het vanzelfsprekend dat Nederland, dat voordien de neutraliteit koesterde, de grote kaders (Navo, Europese Gemeenschap) opzocht, juist met het doel huis en haard te beschermen. Maar de noodzaak daarvan, de borging van het nationale belang in internationale verbanden is vervaagd.

Foto 3 - Rob Jetten (D66) op de uitslagenavond van D66 in Leiden. Bron Foto ANP / Bart Maat.

In dat perspectief laat de verkiezingsuitslag met een comeback van de middenpartijen D66 en CDA een correctie zien op het beeld dat de natie de laatste twee jaar aan de buitenwereld heeft laten zien. D66 heroverde de nationale driekleur uit de klauwen van een eng nationalisme. Het CDA ijverde voor terugkeer van het fatsoen, niet als metafoor van kleinburgerlijkheid, maar juist als antwoord op al het onfatsoen dat in het publieke en politieke debat is binnengeslopen in de vorm van nepnieuws, leugens en misleiding. Het wapen van Bontenbal: het eerlijke verhaal. De politieke kracht schuilt in het pakken van het initiatief: wij zijn de tijden, Europa is niet een bureaucratisch monster in Brussel, wij zijn Europa.

Een nieuwe liefde voor de democratie als idee om voor te vechten.

De strijd met de marktkramers van het enge eigenbelang die onze democratische rechtsstaat bedreigen is nog niet beslist, maar heeft in het midden nieuwe energie losgemaakt. In de afgelopen kwart eeuw zat de politieke energie op de rechterflank en ontbrak het zowel op links als in het midden aan een krachtig weerwoord, wat leidde tot een fataal meebewegen met de ‘boze burger’. Jetten en Bontenbal hebben de ziel van hun partijen hervonden en konden daardoor in de geest van Perikles terugslaan: ‘Vrijheid is het zekere bezit van hen die de moed hebben haar te verdedigen’. Niet voor niets heeft Heijne het citaat op de omslag van zijn boek gezet.

Het is dus niet louter het vertoon van schone schijn dat in de verkiezingen prevaleerde, er is ook een nieuwe liefde geboren voor de democratie als idee om voor te vechten.

Zonder oprechte overtuiging daarachter zouden Jetten en Bontenbal het vertrouwen niet hebben herwonnen. Nu komt het aan op hun schranderheid het veroverde politieke kapitaal effectief in te zetten en nieuwe kracht- en denklijnen te ontwikkelen. Een beetje machiavellisme in de ideale schoonzonen kan geen kwaad, politiek is een hard bedrijf en vraagt geslepenheid, naast wijze omzichtigheid en het vermogen tijd en omstandigheden ten goede aan te wenden.

Een beetje machiavellisme zal in de formatie nodig zijn.

Dat zal in de kabinetsformatie nodig zijn om de VVD, de partij van het platte eigenbelang, in beweging te krijgen. De kiezers hebben de kaarten zo verdeeld dat voor deze partij een sleutelrol is weggelegd wil je een kabinet vormen dat op een parlementaire meerderheid steunt. De partij leek lang immuun voor de dynamiek die het populisme teweeg heeft gebracht, maar is net als eerder het CDA en de PvdA de eigen ziel een beetje kwijtgeraakt. Meer dan het begin van kritisch zelfonderzoek verraadde de verkiezingsslogan ‘Toch maar weer VVD’ de armetierige toestand waarin de partij ideologisch verkeert.

Op een dieper niveau kan het een probleem zijn dat de VVD de overheid vooral is gaan zien als een instrument om de markt te faciliteren en veel minder als hoeder van publieke belangen. Het lijkt erop dat VVD en D66 als loten aan de oude liberale stam uit elkaar groeien, zeker nu Jetten meer oog heeft voor de behoefte van het vrije individu ‘ergens bij te horen’. Met zijn pleidooi voor gemeenschapszin sluit hij in wezen aan bij de visie van de Franse politiek denker Claude Lefort, die meende dat de maatschappelijke integratie van essentiële betekenis is voor een democratische samenleving. Burgers moeten een verbinding voelen tussen hun privébelang en het publieke belang.

De nationale vlag dekt deze lading in onze dagen net zozeer als de Europese vlag. De democratie als politieke gemeenschap, waarmee ieder zich verbonden voelt. Perikles zou glimlachen in zijn graf en ik heb gisterochtend, voordat ik aan dit stuk begon, met een iets ander gevoel mijn frisgroene vuilnisemmer aan de straat gezet.

https://www.trouw.nl/politiek/rob-jetten-staat-voor-de-taak-het-verdeelde-land-weer-bij-elkaar-te-brengen-en-dat-kan-nog-lukken-ook~bdd06164/